20240429139 Amfert Centrale (1)

ICL gaat in beroep tegen boete, maatregelen tegen overlast gaan wel onverminderd door

ICL gaat in beroep tegen het advies van de Hoor- en Adviescommissie van Provincie Noord-Holland om het bezwaar tegen de opgelegde last onder dwangsom ongegrond te verklaren.

ICL gaat in beroep tegen het advies van de Hoor- en Adviescommissie van Provincie Noord-Holland om het bezwaar tegen de opgelegde last onder dwangsom ongegrond te verklaren. ICL is het oneens met de manier waarop de Omgevingsdienst de vergunningvoorschriften toe heeft gepast en hoe de uitstoot van zoutzuur is berekend. Bij de behandeling van het bezwaar is onvoldoende gebleken waarom de werkwijze van de Omgevingsdienst toch juist is. ICL vraagt daarom de rechter om een oordeel hierover. In de tussentijd gaat ICL door met het nemen van maatregelen tegen geuroverlast en zoutzuur uitstoot, zoals reeds is aangegeven aan de bewoners.

Volgens ICL is sprake van een onjuiste toepassing van vergunningvoorschrift 5.1c. De Omgevingsdienst heeft condensdruppels meegeteld in de vrachtberekening en daar rendementscorrecties aan toegevoegd die niet in het voorschrift zijn opgenomen. De emissies hadden juist moeten worden bepaald na druppelscheiding, zonder deze veronderstelde correcties. In de praktijk betekent dit dat de uitstoot hoger lijkt dan volgens de vergunning mag worden vastgesteld. Dat is niet het geval als op de juiste manier wordt gemeten.

Daarnaast ontbreekt een feitelijke basis voor het rendement van de druppelvanger. Tijdens de metingen in 2023 en 2024 is het rendement niet vastgesteld, terwijl de Omgevingsdienst blijft leunen op een oud percentage uit 2015. Een actuele motivering hiervoor ontbreekt. Ook wijst ICL erop dat de redenering van de Omgevingsdienst dat “zelfs bij 90 procent rendement sprake zou zijn van overschrijding” niet relevant is onder de vergunning en in strijd is met de motiveringsplicht. De meting van 2015 gaf ook aan dat indien de druppels meegerekend worden de uitstoot ruim onder de vergunde norm lag. Concreet komt dit erop neer dat de provincie uitgaat van enkel een theoretisch scenario, en daarmee het besluit onvoldoende onderbouwt.

Het invorderingsbesluit van 125.000 euro is ook ondeugdelijk gemotiveerd. De provincie baseert zich op meetrapporten waarin het rendement van de druppelvanger niet is meegenomen. Dat betekent dat de hoogte van de boete onvoldoende feitelijke grond heeft.

Los van deze juridische stap benadrukt ICL dat de uitvoering van maatregelen om de uitstoot te verminderen onverminderd doorgaat. Voor de zoutzuuruitstoot betekent dit dat nieuwe sproeiers zijn geplaatst, de druppelvanger wordt aangepast, er in oktober een proef volgt met demi-water en dat wordt gewerkt aan de voorbereiding van een geheel nieuwe wasser. Voor de aanpak van geuroverlast gaat ICL door met de uitwerking van actief koolfiltratie. Op basis van de uitgevoerde testen is dit de meest effectieve techniek gebleken om tot een structurele oplossing te komen. ICL werkt ernaar toe dat voor de zomer van 2026 de geuroverlast definitief is opgelost. Ook zal dit zo snel mogelijk gelden voor de zoutzuuruitstoot, waarbij ICL ook afhankelijk is van de komst van een nieuwe vergunning. 

Vincent Brugge, algemeen directeur van ICL Europa: “We vinden het erg vervelend dat we nu de stap naar de rechter moeten zetten. Dat doen we omdat we vinden dat de huidige meetwijze vanuit de Omgevingsdienst niet zorgvuldig is en niet omdat we geen maatregelen nemen. Die nemen we ook nu, los van de uitkomst bij de rechter en al vooruitlopend op een nieuwe vergunning. De toezeggingen die we op dat vlak in augustus aan bewoners hebben gedaan om zo snel mogelijk in actie te komen staan nog onverminderd.”

Contact formulier

ICL Fertilizers Europe C.V.
Fosfaatweg 48, 1013 BM Amsterdam
Postbus 313
1000 AH Amsterdam